Op het moment dat Evi – op Moederdag in 2011 – voor het eerst op mijn borst werd gelegd herinnerde ze mij aan de geboorte van haar grote zus Alissa: wat leek ze toch op haar toen zij geboren werd! Als twee druppels water! Een lekkere stevige baby lag op mijn borst bij te komen. Vreemd om na 6,5 jaar weer zo'n klein naakt mensje vast te houden en tegelijkertijd ook vertrouwd en vooral heerlijk.

En alhoewel alles helemaal tip top in orde leek, was er bij mij verbazing over haar wel heel ronde hoofd. Toen ik eens goed keek om te kijken hoe haar oortje eruitzag, moest ik nog eens goed kijken om te beseffen dat Evi links haar oortje miste! Dit had zelfs de verloskundige niet in de gaten gehad.... 

Nadat we uren moesten wachten op de kinderarts – vanwege Moederdag – concludeerde hij dat op het eerste gezicht alles prima was, maar dat er wel verder gekeken moest worden of er wellicht meer aan de hand was dan alleen het ontbreken van een oorschelp. Haar hoofd zou worden gescand en ook haar nieren zouden worden nagekeken.

Helaas kon deze afspraak pas na 5 weken plaatsvinden. Doordat de tijd daartussen zo lang duurt, ga je jezelf van alles in je hoofd halen. Mist ze alleen een oor, of zit het daarbinnen ook niet goed, zijn haar hersenen wel ontwikkeld, heeft ze wellicht een of ander syndroom? Zijn haar nieren wel goed: nieren en oren worden in dezelfde fase aangemaakt tijdens de zwangerschap. Zou Evi doof zijn aan één kant of aan beide kanten? Allemaal vragen waar je nog nooit bij stilgestaan hebt, laat staan over hebt nagedacht en al helemaal geen antwoord op weet. En het gekke is, tijdens de zwangerschap heb ik aan van alles gedacht, maar er niet één seconde bij stilgestaan dat ze aan één kant geen oor zou ontwikkelen....

Na vijf weken was het dan zover. Je kleine hummeltje ligt daar dan op zo'n groot onderzoeksbed, de dokter staat bij haar hoofd met gel en een scanapparaat haar schedeltje te onderzoeken. Op het scherm verschijnt er van alles in zwart-witte beelden, maar er iets uit opmaken kunnen we niet... Hetzelfde bij haar nieren. Ik moet zeggen dat ik nog redelijk rustig naar het ziekenhuis toe ging, maar hoe langer het scannen duurde en hoe minder de dokter zei, hoe zenuwachtiger ik werd.

Het enige wat ik zag liggen, was een perfect, schattig en mooi kindje. Hoe kon daar nou iets mis mee zijn?

Het is maar goed, dat je van te voren niet weet waar het leven je heen leidt. Dat dit het begin zou zijn van een traject ziekenhuisbezoeken, het in de loop van de afgelopen zes jaren ontdekken van een beperking zoals TOS, een taalontwikkelingstoornis, speciaal onderwijs, cluster 2, vroegbehandeling, het dragen van een Baha (gehoorapparaat), in eerste instantie op softband maar later op een schroef..... Nee, dat had ik zes jaar geleden tijdens de zwangerschap en bevalling niet zien aankomen. 

Ondertussen kan ik wel stellen dat, ondanks de kleine en grote zorgen die ik heb gevoeld en soms nog steeds voel, het hele verhaal mijn leven zeer zeker heeft verrijkt. Ik heb mensen ontmoet die ik anders echt niet zou hebben leren kennen. Ouders, professionals in het ziekenhuis en het onderwijs: allemaal even betrokken en gepassioneerd. Ik ben in situaties terechtgekomen waarbij ik vaak mezelf moest herpakken. Ik ben gedwongen om anders te leren kijken naar situaties, waar ik – in sommige gevallen vanuit toch een beperkt beeld – mijzelf al een mening had gevormd. Ik heb ook leren beseffen dat je je eigen verwachtingen soms moet bijstellen en meer moet leren meebewegen met het leven. Zoiets als in 'go with the flow'. Leren vertrouwen dat dat ook goed is en soms zelfs beter werkt dan krampachtig vasthouden aan.

Ik vertel u er graag over in mijn volgende blogs.