Na de geboorte van Evi en haar duidelijk aanwezige fysieke beperking, namelijk het hebben van slechts één oor, was het wel even de vraag of ze goed kon horen. Rechts zit qua gehoor alles erop en eraan, zowel van binnen als van buiten. Links heeft Evi geen oorschelp, geen gehooringang, geen trommelvlies en iets verder naar binnen heeft zich niet alles goed of geheel ontwikkeld, behalve haar slakkenhuis.

Na een onderzoek op dat gebied werd al snel duidelijk dat horen geen probleem zou moeten zijn. Het was weliswaar slechts met haar rechteroor, maar dat zou geen belemmering moeten vormen voor het leren praten. Heel veel mensen c.q. kinderen horen met één oor en kunnen normaal praten. De redenering is dan vervolgens: als een kind kan horen, kan het ook leren praten. Een andere belangrijke positieve ondervinding was ook dat ze links wel een goedwerkend slakkenhuis heeft. En een slakkenhuis heb je concreet nodig om te kunnen horen. De gehooringang, het trommelvlies, trommelbeentjes, etc. zijn in feite 'slechts' een middel, een weg waarlangs het geluid naar het slakkenhuis wordt geleid. 

Tot zover werd dus vrij snel na de geboorte van Evi deze zorg weggenomen en waren we opgelucht dat het praktisch gezien 'slechts' ging om het missen van een (linker)oorschelp.

Tijdens het groter worden, in de fase van 0 naar 6 maanden, merkten we als ouders geen verschil in haar ontwikkeling met haar grote zus. In alles was ze minimaal even pienter, rap en bijdehand. Heel langzaam aan zakt de bezorgdheid van code rood, naar code oranje en zelfs naar code geel.

Wat later, toen het eerste gebrabbel en later weer de eerste woordjes ontstonden, waren we nog steeds niet ongerust. Ze kon goed met geluiden het verschil tussen bijvoorbeeld een hond en een poes aangeven. Zo had ze voor allerlei woorden haar eigen 'woord' c.q. geluid. Ook konden we goed met haar communiceren en hadden we geen enkel moment het idee dat ze ons niet kon horen of niet begreep. Later, na onderzoek, bleek dit niet helemaal zo te zijn geweest.

De eerste zorgen kwamen pas rond haar tweede jaar. Het werd op een gegeven moment toch wel tijd dat de geluiden over zouden gaan in simpele woorden. Dus om een voorbeeld te geven; het geluid voor poes bij haar was zoiets als 'maaaauw' en had zo langzamerhand rond deze tijd in haar ontwikkeling een echt woord als 'miauw' moeten worden en ook werd het tijd dat het woord 'poes' hoorbaar werd. Maar dat kwam maar niet op gang.

Om een lang verhaal kort te maken: je ontdekt als ouders dat er ook nog een andere wereld bestaat. Een wereld waar het gaat over horen, praten, communiceren. Mensen en organisaties die gespecialiseerd zijn in taal, taalverwerving en communicatie. Scholen, ziekenhuizen, allerlei organisaties die de scholen en ziekenhuizen daarin bijstaan. Je leert begrijpen dat horen en leren praten niet zo vanzelfsprekend is als dat het lijkt. Stapje voor stapje ga je leren hoe belangrijk de randvoorwaarden zijn om te kunnen leren praten. Een talige omgeving, een goed gehoor, sterke mondspieren die je helpen om de klanken te kunnen maken, de mensen om je heen die je nodig hebt als voorbeeld om taal te verwerven. En zo zijn er nog veel meer zaken die nodig zijn bij het verwerven van taal. 

Ondertussen heeft Evi één jaar Vroegbehandeling gehad op de Taalfontein in Rotterdam via Kentalis. De afgelopen twee schooljaren heeft zij onderwijs gekregen op de Hildernisseschool in Schiedam via Auris, een cluster 2-school. Hier zitten kinderen die vanwege een taal- en/of spraakbeperking (nog) niet mee kunnen in het reguliere onderwijs. In Evi’s geval was er sprake van TOS. Dat staat voor taalontwikkelingsstoornis. Een lastig uit te leggen beperking en deze kent vele gradaties. Waar het in hoofdzaak om gaat is dat kinderen met TOS moeite hebben met het verwerven, het aanleren van taal. Zij hebben daar veel extra ondersteuning bij nodig en dit is mogelijk op een cluster 2-school.

In Evi’s geval heeft de Vroegbehandeling en twee jaar speciaal onderwijs wel zoden aan de dijk gezet, want doordat haar logopedische scores zijn verbeterd, mag ze terug naar het reguliere onderwijs. Vanzelfsprekend ben ik daar hartstikke blij mee. Tegelijkertijd zit ik zelf nog wel half in code oranje en zal ik goed in de gaten houden of ze inderdaad aanhaakt en dat ze dat wat ze nodig heeft krijgt aangeboden op school om de stijgende lijn op het gebied van communiceren en taalverwerving vast te kunnen houden. Ook dit weer is een interessant leerproces, en ook al heeft het even weer wat tijd en omschakeling gekost: we gaan er vol goede en positieve moed tegenaan komend schooljaar in groep 3!