Overzicht acties
Bekijk hier al onze actuele acties en profiteer van de scherpste aanbiedingen!

01/10/2017 Netten A.P. Rieffe C, Theunissen S.C.P.M., Soede W, Dirks E, Briaire J.J., Frijns J.H.M.

Een kind op een wipwap

Een goed gehoor blijkt van belang voor het aanleren van het invoelend vermogen, publiceren onderzoekers van LUMC en Universiteit Leiden in PLoS ONE. Dove en slechthorende kinderen leven evenveel mee met anderen als goed horende kinderen, maar ze hebben moeite de emoties van anderen te begrijpen en erop te reageren, bijvoorbeeld door te troosten. Opmerkelijk is dat dove en slechthorende kinderen binnen het speciale onderwijs slechter scoren dan doven en slechthorenden op een reguliere school.

Een goed gehoor is van belang voor het aanleren van het invoelend vermogen. Dove en slechthorende kinderen leven evenveel mee met anderen als goed horende kinderen, maar ze hebben moeite de emoties van anderen te begrijpen en erop te reageren, bijvoorbeeld door te troosten. Opmerkelijk is dat dove en slechthorende kinderen binnen het speciale onderwijs slechter scoren dan doven en slechthorenden op een reguliere school.

Cognitieve empathie

Empathie is deels aangeboren. We worden ‘besmet’ met de emoties die we waarnemen bij anderen, en we gaan spontaan meelachen of meehuilen. Men noemt dat affectieve empathie. Maar dat is iets anders dan je in emoties van anderen kunnen verplaatsen, te begrijpen waarom iemand lacht of huilt. Zulke cognitieve empathie vergt een ontwikkeling met vele leermomenten. Wat doe je als je ziet dat iemand boos of verdrietig is? Wellicht heeft het zin troost te bieden. Juist in dát aspect van empathie, ‘prosociaal reageren op de emotie van de ander’, zijn slechthorende kinderen duidelijk minder bedreven. Affectieve empathie blijkt bij alle kinderen in dezelfde mate aanwezig. Maar inzicht in waarom de ander verdrietig is en de neiging om te troosten: daarin blijven kinderen met communicatieve problemen achter.

In het onderzoek, ondersteund door de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind, werden 280 Nederlandse en Vlaamse kinderen tussen de 9 en 16 jaar getest. 70 kinderen hadden een conventioneel gehoorapparaat, 52 een cochleair implantaat (CI). Vanaf de leeftijd van 9 jaar zijn kinderen in staat te reflecteren op hun eigen emoties, zo bleek uit eerder onderzoek. Uniek aan dit huidige onderzoek is dan ook dat het gaat om zelfrapportage, en niet om wat ouders rapporteren.

Tijdens de testafnames werd ook geobserveerd of en hoe de kinderen reageerden op een aantal zorgvuldig geplande voorvallen, zoals het ‘bezeren’ van een vinger bij het dichtklappen van een multomap. Bijzonder is dat de dove en slechthorende kinderen opmerkelijk veel aandacht vertoonden, toenadering zochten om uit te vinden wat er gebeurde, maar minder goed in staat waren om een oplossing te bedenken of troost te bieden. Kinderen met gehoorverlies snappen minder goed hoe belangrijk het is om anderen te ondersteunen.

Speciaal onderwijs

Kinderen in het speciale onderwijs scoorden minder goed dan dove en slechthorende kinderen in het reguliere onderwijs, ondanks het feit dat ze op het speciaal onderwijs mogelijk meer en intensievere begeleiding krijgen. Blijkbaar leren dove en slechthorende kinderen beter hoe ze zich prosociaal kunnen opstellen wanneer ze meedraaien in de door geluid gedomineerde wereld.

Netten A.P. Rieffe C, Theunissen S.C.P.M., Soede W, Dirks E, Briaire J.J., Frijns J.H.M.  Low empathy in deaf and hard of hearing (pre)adolescent compared to normal hearing controls. PLoS ONE 23 april 2015.