Overzicht acties
Bekijk hier al onze actuele acties en profiteer van de scherpste aanbiedingen!

Gehoorverlies. 1 op de 10 mensen krijgt er mee te maken. De kans is dus groot dat je iemand kent met gehoorverlies, of het zelf misschien hebt. En ieder verhaal, iedere ervaring met gehoorverlies is uniek. In een serie van blogberichten laten we daarom verschillende mensen aan het woord, om te vertellen over hun persoonlijke ervaring. Ieder verhaal is anders, maar er is een duidelijke rode draad. Met een positieve instelling én een goede hoorloplossing hoeft gehoorverlies zeker geen beperking te zijn!

‘Heerlijk dat mijn 88-jarige opa Jan geniet van onze gesprekken’

Marieke samen met haar opa
Elke maand zoekt Marieke van Loon haar 88-jarige opa Jan op in het verpleeghuis en iedere keer hebben ze het zo leuk samen, dat ze zou willen dat ze hem vaker kon zien. Vroeger moest ze haast tegen hem schreeuwen omdat hij haar anders niet verstond, maar nu hij al een tijd een gehoortoestel draagt praat dat een stuk makkelijker. ‘Nu kiest hij zelf wanneer hij je wel of niet wil verstaan – soms houdt hij zich Oost-Indisch doof.’
 
Het heeft een tijd geduurd voordat opa Jan zijn gehoorapparaat ook echt droeg, vertelt Marieke van Loon. ‘Hij was een beetje eigenwijs en het was ook lastig om de kleine apparaatjes met zijn grote handen zelf in te doen. Mijn tante heeft heel wat keren heen en weer gereden om hem daarbij te helpen. Nu kan hij het al een paar jaar zelf. Zodat hij niet meer sip voor zich uit hoeft zitten te staren als er op familiefeestjes veel mensen tegelijk aan het praten zijn. Dat vond ik altijd zo sneu, dat hij maar een beetje op zijn stoel zat en niemand kon verstaan. Nu doet hij lekker mee en je ziet hem genieten.’

Ezelsbruggetjes

Opa Jan is de enige opa die Marieke nog heeft en ze koestert haar maandelijkse bezoekjes aan hem. Ze drinken koffie of een soepje en maken een wandelingetje.

Dat hij vaak hetzelfde verhaal drie keer in vijf minuten vertelt, vindt ze helemaal niet erg. ‘Hij is al 88, dat hoort er een beetje bij.’ Opa Jan maakt grapjes en ze moet lachen om de ezelsbruggetjes die hij gebruikt om te verhullen dat zijn geheugen hem soms echt in de steek laat. ‘Alle kamers in het verpleeghuis hebben een straatnaam. Mijn opa woont in de Lindenlaan. Als je hem vraag waar hij woont, zegt hij: “Wilt u Jantje Muskens zien, kom dan naar Lindenlaantje nummer 10!” Hij denkt dat wij niet doorhebben dat het een ezelsbruggetje is omdat hij het anders niet kan onthouden.’

Niet door elkaar praten

Soms, geeft Marieke toe, gaat ze met lood in de schoenen naar hem toe. Niet vanwege hem, maar omdat het verpleeghuis niet de vrolijkste omgeving is. Maar als ze weer geweest is en opa Jan honderduit heeft zitten vertellen, dan denkt ze: hij heeft zich echt vermaakt, zo fijn! ‘Ik praat harder en langzamer en ik let er vaak op dat er niet te veel gesprekken naast of door elkaar worden gevoerd als we met meer mensen bij opa op bezoek zijn.

Als hij bijvoorbeeld in gesprek is met mijn moeder, ga ik niet tegelijkertijd met iemand anders praten, omdat ik bang ben dat hij mijn moeder dan moeilijker verstaat. Misschien is het niet nodig en is dat een gewoonte die ik heb ontwikkeld toen hij nog geen gehoorapparaat droeg, dat weet ik eigenlijk niet. Het maakt ook niet uit. Ik hoop dat ik nog lang kan luisteren naar wat hij ons allemaal te vertellen heeft!’
Marieke samen met haar opa