Het gehoor is een van onze belangrijkste zintuigen. Het is essentieel voor je communicatie, waarschuwt je voor gevaren en laat je genieten van muziek en alle andere mooie geluiden in het leven. Als je gehoor achteruit gaat, is dat onvermijdelijk een nadeel. Maar wat gebeurt er precies met je oren bij gehoorverlies? Welke functies worden verstoord? Hoe en waarom krijg je eigenlijk gehoorverlies? En het belangrijkste: hoe kan je het behandelen?
Als je lagere tonen (zoals het verkeer of het gezoem van elektrische toestellen) overdreven luid hoort, terwijl je gesproken woorden slechter verstaat, dan kan dat wijzen op beginnende gehoorproblemen.
Wijzen anderen je er wel eens op dat het volume van je TV te hoog staat? Ook dat kan een teken zijn van gehoorverlies.
Als je je erg moet concentreren om een gesprek te volgen en erop in te haken, dan kan dat een derde indicatie zijn van gehoorproblemen.
Bij acuut gehoorverlies klinkt de wereld in enkele ogenblikken volledig anders – net alsof je watten in je oren hebt gestopt. Dit fenomeen heet plotse doofheid en moet snel behandeld worden. De meest voorkomende oorzaak is een gebrekkige doorbloeding in het binnenoor, vaak uitgelokt door stress.
Het is normaal dat je gehoor na enkele decennia ‘slijtage’ ondervindt. Afhankelijk van hoe vaak, hoe lang en hoe hard je aan geluiden bent blootgesteld, krijg je vroeg of laat te maken met zogenaamde ‘ouderdomsslechthorendheid’. Ouderdomsslechthorendheid begint al vanaf midden 40 en neemt toe naarmate je ouder wordt. De zintuigelijke cellen in je oren gaan er geleidelijk op achteruit: ze sterven af, eerst bij hoge tonen en later ook in andere gebieden. Daarom zijn het ruisen van bladeren of het tikken van een horloge vaak de eerste geluiden die je niet meer hoort. Dit degeneratieproces verloopt sluimerend. Daarom valt het meestal pas heel laat op.