Een decibel, die wordt afgekort als dB(A), is een maateenheid die aangeeft hoe hard geluid is. Alle mensen kunnen in principe geluiden horen tussen 0 en 120 decibel. Als we het hebben over 0 decibel betekent dit niet dat er dan geen geluid is, alleen kunnen wij mensen het geluid niet horen omdat het onder onze gehoordrempel komt. Als het volume van het geluid toeneemt, neemt ook automatisch het aantal decibellen toe.
Geluid ontstaat door verandering van luchtdruk. Deze verandering veroorzaakt trillingen in de lucht die door het gehoororgaan wordt waargenomen en door onze hersenen omgezet in betekenisvolle informatie. Onze hersenen laten ons dus weten wat we horen en waar het geluid vandaan komt. Geluidsgolven bewegen zich op een bepaalde frequentie voort. Wanneer een geluidstrilling het trommelvlies bereikt, past dit vlies zich aan door te trillen op dezelfde frequentie. Hoe hard een geluid is, wordt aangeduid met decibellen (dB). Mensen kunnen in principe geluiden horen tussen 0 en 180 decibel. Als we het hebben over 0 decibel betekent dit niet dat er geen geluid is. Wij kunnen het geluid dan niet horen omdat het onder onze gehoordrempel komt. Als het volume van het geluid toeneemt, neemt ook automatisch het aantal decibellen toe.