In deze derde film uit de serie “Horen en gehoord worden” vertellen wij u meer over telefoneren en televisiekijken. Ook laten we zien hoe Floris op straat de weg vraagt aan een voorbijganger.
Floris heeft een flitsbel om te zien dat de telefoon gaat. Eerder vertelden wij u al dat uw gehoorverlies bepalend is of u in aanmerking komt voor vergoeding van zo’n flitsbel.
Tijdens het bellen maakt Floris ook gebruik van de T-stand van zijn hoortoestel. Vervolgens zoekt hij de juiste positie van de hoorn om bij zijn toestel om zo goed mogelijk te kunnen verstaan. Bij telefoneren mist de slechthorende het mondbeeld van de spreker aan de andere kant van de lijn. Als Floris twijfelt of hij het goed heeft verstaan, herhaalt hij wat hij heeft gehoord: “Donderdag zei je?”. Dat voorkomt misverstanden.
Veel slechthorenden hebben moeite met het volgen van radio- en/of televisieprogramma’s. Floris maakt gebruik van bluetooth om het TV-geluid beter te kunnen horen. In dit geval via een afstandsbediening die hij om zijn nek draagt. Er bestaan verschillende systemen om uw hoortoestel te verbinden aan uw televisie zoals de Phonak TV connector. Deze wordt bovendien in veel gevallen vergoed door de verzekering.
Ondertiteling is erg praktisch voor slechthorenden. Engelstalig uitzendingen op de Nederlandse TV zijn vaak ondertiteld, maar bij Nederlandse programma’s ontbreekt dat vaak. Toch is het mogelijk om ook enige Nederlandstalige programma’s ondertiteld te krijgen: met hulp van Teletekst. Op Teletekst pagina 888 kunt u hierover meer informatie vinden. Dit geldt zowel voor de publieke omroep als voor de commerciële zenders. In de radio- en TVgids en op Teletekst pagina 200 wordt met een T aangegeven welk programma met Teletekst ondertiteld kan worden.
Telefoneren is lastig voor veel slechthorenden. De hoon van de telefoon veroorzaakt rondfluiten als deze tegen het oor gehouden wordt. En meestal zit de microfoon van het hoortoestel niet in het oorstukje in het oor, waardoor het geluid niet goed wordt doorgegeven. Het is dus van groot belang het luisterdeel van de hoorn bij de microfoon te houden en een positie te zoeken waarbij het geluid niet gaat rondfluiten. Tips voor beter telefoneren zijn:
Aan de hand van wat u tot nu toe gezien hebt, krijgt u een aantal vragen voorgelegd. Zij zijn bedoeld als discussiepunten: drie meerkeuzevragen en 2 stellingen. Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Motiveer uw antwoord en bespreek dit eventueel met uw Communicatie Partner.
U bent slechthorend en u moet aan iemand de weg vragen. Wat zou u doen?
a. U zegt bij het aanspreken van de voorbijganger dat u slechthorend bent
b. U zegt pas dat u slechthorend bent als u de ander niet verstaat
c. U zegt niet dat u slechthorend bent en vraagt steeds om herhaling
d. U doet net of u alles hebt verstaan en besluit de weg aan een ander te vragen
U bent slechthorend en gaat naar een museum voor een rondleiding. Hoe stelt u zich op tijdens de rondleiding op?
a. U doet alles om ervoor te zorgen dat niemand merkt dat u slechthorend bent
b. U vraagt iemand anders mee die voor u mee luistert
c. U vraagt steeds om herhaling
d. U meldt dat u slechthorend bent en legt daarbij uit hoe daar rekening mee gehouden kan worden.
Als u iemand aan de telefoon krijgt die slechthorend is, dan:
a. Gaat u heel hard praten
b. Spreekt u langzaam en duidelijk
c. Breekt u het gesprek zo snel mogelijk af
d. Herhaalt u wat u gezegd hebt in andere woorden als dat nodig is
Bent u het met de stelling eens of niet? En waarom?
Stelling 1: “Als onze slechthorende kennis bij ons aan tafel kwam zitten dan spraken wij altijd langzaam en duidelijk en keken wij hem tijdens het spreken aan. Sinds kort heeft hij hoortoestellen. Duidelijk spreken en goed aankijken tijdens het spreken is dus niet meer nodig.”
Stelling 2: “Bij telefoneren neem ik (als slechthorende) éérst de hoorn op en zeg dan “heeft u een moment?” vervolgens zet ik mijn hoortoestel op de T-stand en begin het gesprek Of ik schakel mijn afstandsbediening naar de telefoonstand."
"Horen en gehoord worden" is een 5-delig trainingsprogramma voor het aanleren van hoorstrategiën. Het is bedoeld voor zowel slechthorenden als goedhorenden. De inhoud is ontwikkeld door VUmc. Door de samenwerking die Schoonenberg heeft met VUmc mogen wij u dit trainingsprogramma exclusief aanbieden.
Uiteraard zullen er tips en strategieën aan de orde komen die voor u al bekend zijn. Om toch volledig te zijn behandelen we ook hoorstrategieën die misschien heel vanzelfsprekend lijken. Film 1 is het makkelijkst. Met iedere film wordt de situatie wat lastiger.
De situaties zullen voor iedereen heel herkenbaar zijn, ze komen in het dagelijkse leven regelmatig voor. Door te kijken naar de films wordt u zich in eerste instantie bewust van wát er allemaal mis kan gaan in de interactie. Daarnaast laten we zien op welke wijze communicatie verbeterd kan worden. Een goede luisterhouding van slechthorenden en aangepast gedrag van goedhorenden blijken van wezenlijk belang.
Wij wensen u veel succes en plezier met dit trainingsprogramma!